Interview: “Waar sta ik eigenlijk?”

Interview: “Waar sta ik eigenlijk?”

Dit interview over pesten en wat daaraan in preventieve zin te doen, door in te zoomen op visievorming bij leraren, werd gepubliceerd in het themanummer ‘Vijf maal sterker’ een magazine van het Steunpunt Opleidingsscholen.

Ook terug te vinden via: ‘Vijf maal sterker’ 

Tekst: Interview Waar sta ik eigenlijk?’

L: “Uit de literatuur blijkt dat leraren behoefte hebben aan bijscholing en visievorming op het gebied van veiligheid. Er zijn veel programma’s voor de aanpak en preventie van pesten. Visievorming moet echter voorafgaan aan de keuze van een aanpak: daar hebben we ons op geconcentreerd.”

C “We zijn uitgegaan van wat de leraar persoonlijk inbrengt. Zodat je je een beeld kunt vormen: wat is pesten en wat kan ik als leraar zeggen en doen?”

L: “De drie werkvormen die we hebben ontwikkeld, confronteren je met deze vragen. Eén  werkvorm is het pestkwartet. Het bevat kaartjes met uitspraken die je onder leraren hoort. ‘Bij mij gebeurt dat niet’. Of: ‘Hij lokt het zelf een beetje uit.’ Door het kwartet te spelen en het erover te hebben, word je je bewust van de (voor)oordelen die bij jou en je collega’s leven.”

C: “De andere werkvormen – 24 peststellingen en dilemma’s over pesten – geven ook stof tot discussie. Er zijn weinig goede of foute antwoorden; dat is de kracht ervan. We hebben het studenten laten spelen en hebben het zelf in onze themagroep gespeeld. Dat is best heftig.”

L: “Het maakt veel los. Iedereen is wel ooit slachtoffer, dader of toekijker geweest. Daarom hebben we een workshop ontwikkeld om het thema in te leiden. Bij het ontwikkelen van de werkvormen hadden we startende leraren voor ogen: ze zouden door schoolopleiders/coaches tijdens intervisiebijeenkomsten ingezet kunnen worden. Maar iedereen kan ermee aan de slag; coördinatoren met hun team en vaksecties bijvoorbeeld ook. Het geeft grip op de visievorming én je creëert draagvlak.”

C: “Schoolleiding kan het ook met de ouderraad spelen. Een school die een gedragen visie op pesten wil ontwikkelen, zal ouders daarbij willen betrekken.”