Bestaat er een recept tegen pesten?

Recept tegen pesten?

Sociale veiligheid is gekoppeld aan vertrouwen hebben. Vertrouwen is een gevoel, sterk verbonden aan intuïtie. Sociale veiligheid is dan ook een subjectief begrip en niet een objectief te duiden kenmerk van een situatie.

In onveilige, onrustige groepen is de kans op pestgedrag hoog. Pesten heeft ingrijpende en lang doorwerkende gevolgen. Het heeft een effect op slachtoffers, op daders en op een hele groep. Het vraagt van volwassenen voortdurende alertheid op wat er in een groep gebeurt.

De leraar is onderdeel van de groep. Hij moet niet alleen leiding geven aan leerprocessen, maar moet ook bijsturen in sociale processen. Dat is niet eenvoudig, want een onveilige groep is ook voor de docent onveilig.

Scholen zijn wettelijk verplicht een antipestprotocol te hebben, een antipest-coördinator aan te stellen en de sociale veiligheid in de school te monitoren. Of dat nu het beste antwoord is op dit complexe vraagstuk is de vraag. Want het kan ‘schijnveiligheid’ in de hand werken: het ontslaat docenten niet van de verantwoordelijkheid iets met onveiligheid in de klas te doen.

Vaak hebben scholen de neiging om in te zetten op meer regels en strikte naleving daarvan. Onderzoek wijst uit dat preventief handelen vele malen beter werkt dan curatieve maatregelen.

Er bestaat geen ‘recept’ voor omgaan met pestgedrag, geen ‘formule’ voor de preventie ervan, want iedere situatie is anders en vraagt iets anders van de docent. Wat bij de ene docent werkt is niet één op één te kopiëren naar een ander. Wat in de ene situatie prima werkt kan in een andere situatie weinig tot geen effect hebben.

Durven leerkrachten wel op hun intuïtie te vertrouwen, op hun ‘onderbuikgevoel’? Want juist dat kan ervoor zorgen dat situaties correct worden ingeschat, dat op tijd wordt gesignaleerd en dat kennis en vaardigheden goed worden ingezet.
Een mooie manier om de mentor (titularis, klassenleraar) te steunen is het vormen van een supportgroepje van twee of drie docenten rondom deze mentor. Zo’n groepje bestaat uit collega’s die de klas ook goed kennen. Een paar keer per jaar wordt binnen zo’n groepje de klas besproken, hoe is de sfeer, wat gaat er goed, waar liggen aandachtspunten, wat werkt in deze klas het best enz. Indien nodig kan zo’n supportgroepje extra bij elkaar komen.

Er bestaan talloze hulpmiddelen en werkvormen om in de klas te zorgen voor een positief en veilig sociaal klimaat. Het is zaak om deze het hele jaar door in te zetten en niet alleen in het begin van het schooljaar. Na iedere vakantie, na iedere wijziging in de groepssamenstelling zal de groepsdynamiek veranderen en zullen leerkrachten moeten inzetten op positieve groepsvorming. De mentor speelt hierbij een belangrijke rol ook omdat deze een ‘lijntje’heeft met de thuissituatie van een leerling.

Cruciaal is dat leraren met elkaar blijvend het gesprek aangaan en een visie ontwikkelen. Eigen oordelen en vooroordelen herkennen en erkennen, met en van elkaar leren en samen expertise ontwikkelen. Dan wordt het mogelijk om open naar dit soort moeilijke situaties te kijken en samen te beslissen wat in een specifiek geval de beste strategie lijkt.

Literatuur

Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs. Culemborg: Phronese.

Broersen, A., Ossenblok, A., & Montesano Montessori, N. (2015). Pesten en sociale veiligheid op scholen. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 108-119.

Brown, B. (2010). The gifts of imperfection. Minnesota: Hazelden.

Overveld, K. (2015). Groepsplan gedrag in het voortgezet onderwijs. Huizen: Pica.

Van Stigt, M. (2016, september 19). Waarom anti-pestprotocollen niet werken. Opgehaald van Socialevraagstukken.nl: http://www.socialevraagstukken.nl/column/waarom-anti-pestprotocollen-niet-werken/

Wassink, H. (2014, mei 30). Zo’n protocol tegen pesten ontheft leraar van initiatief. NRC.





Materiaal om sociale veiligheid in de groep te bevorderen:





Complimenten memory






‘Complimentenmemory’ bestaat uit 100 stevige kaarten (A-6 formaat) met 50 verschillende positieve eigenschappen en vaardigheden die als een compliment ingezet kunnen worden.
Bij het spel hoort een uitgebreide handleiding met 8 verschillende uitgewerkte werkvormen die allemaal actief en activerend zijn. Het is geschikt voor gebruik in de klas maar ook buiten het onderwijs in te zetten.






GroepsGedoe 2.0





‘GroepsGedoe 2.0’ bestaat uit 74 kaarten (A-6 formaat) met stellingen om de groepsdynamiek positief te beïnvloeden en “gedoe” in groepen bespreekbaar te maken op een laagdrempelige, ontspannen en speelse manier.

De uitgebreide handleiding bevat 10 uitgewerkte, activerende werkwijzen.









Voor bestellen: KLIK HIER