8. Toets

Karlijn heeft het warm. Benauwd, zoals het voelt wanneer je een mondkapje op hebt. Maar ze heeft geen mondkapje op. Ze zit in de klas. Naast Jos en dat is gek. Ze zit altijd naast Meltem maar die zit naast Francien. Meltem gaat weleens vaker naast Francien zitten wanneer ze een toets hebben. Ra, ra waarom zou dat nu zijn? Francien haalt altijd goede cijfers. Meltem meestal niet. Meltem probeert altijd te spieken bij Francien.
Gek. Heel raar. Wanneer ze in haar tas kijkt zitten haar schoolspullen er niet in maar haar spullen voor turnen. Ze zoekt maar ook haar etui zit niet in haar tas. Ze krijgt het nog benauwder.

“Tafels uit elkaar zetten.” zegt meneer Bastiaansen van Engels. Iedereen begint te schuiven.
“No sound. Please.” Meteen verschuift Gijs zijn tafel met veel lawaai.
“Excuse me!” buldert Bastiaansen. Het is nu weer stil.
“Ik wil vanaf nu niets. Niets. Helemaal niets meer horen.” Bastiaansen legt op de voorste rijen de toetsen zodat ze naar achteren doorgegeven kunnen worden. Karlijn probeert Vivian aan te stoten om een pen te lenen maar ze kan er nèt niet bij. Vivian zit vlak voor haar. Karlijn schuift haar tafel zachtjes iets naar voren en duwt zachtjes tegen de rug van Vivian. Vivian draait zich om en als Karlijn ‘pen’ mimet, trekt Vivian haar wenkbrauwen op en kijkt haar heel raar aan.
Vivian stoot Klaartje aan die draait zich ook om. Vivian en Klaartje kijken elkaar aan en proesten het, heel zachtjes, uit. Karlijn snapt er niets van tot ze naar beneden kijkt en tot haar schrik ziet dat ze haar pyjama nog aan heeft. Die kinderachtige pyjama, roze met kleine beertjes erop, die pyjama die zo lekker zit. Karlijn krijgt het nog benauwder. Steeds meer kinderen draaien zich om en beginnen te lachen. Karlijn schaamt zich zoals ze zich nog nooit geschaamd heeft. Bastiaansen zet zijn handen in zijn zij en komt naar haar tafel gelopen. “Wat doe jij!” schreeuwt hij. “Je verstoort mijn les.” Zijn hoofd is rood. Hij is woedend en als hij praat sproeien er kleine druppeltjes spuug in het rond.
“How dare you!” Dan lacht hij maar niet op een leuke manier. Hij haalt van achter zijn rug iets tevoorschijn. De klas is stil. Doodstil. Bastiaansen houdt een motorzaag voor zich en start deze. Hij lacht weer. Langzaam komt hij dichterbij. Karlijn slaat haar handen voor haar ogen.
“Karlijn!” haar moeder schudt aan haar schouder. “Het is al laat! Eruit komen, je hebt me zeker niet horen roepen. Die bladblazers buiten maken ook zo’n herrie. Maar het is al laat. Ik dacht dat je nog wilde leren voor school. Kom op!”

Net op tijd glipt Karlijn de klas in. De tafeltjes staan al uit elkaar. Net als in haar droom is de plaats naast Jos nog vrij en is Meltem naast Francien gaan zitten. Voor de zekerheid checkt ze eventjes of ze echt, zeker weten, niet in haar pyjama loopt.
Tjee. Het is moeilijk die toets. Echt moeilijk. Als ze rondkijkt merkt ze dat veel kinderen het moeilijk vinden. Meltem schuift onrustig op haar stoel heen en weer. Daar gaat ook iets niet goed.
“Five minutes.” waarschuwt Bastiaansen. De leerlingen zuchten.
“Quiet please.” Karlijn bijt op haar pen. Ze krijgt het nooit af en deze toets telt twee keer mee. Lekker dan.

In de pauze zitten ze verslagen bij elkaar.
“Ik krijg weer een onvoldoende.” Karlijn weet het zeker. Klaartje zegt dat hij toch niet de hele klas een onvoldoende kan geven.
“Bastiaansen: die kan alles. Kan hem niks schelen.” vindt Jos.
“Niemand heeft het goed gemaakt. Helemaal niemand.” “of..? Jij toch wel?” vraagt Klaartje aan Francien. Francien haalt altijd hele goede cijfers. Francien schrikt op.
“Wat?” vraagt ze.
“Dat je vast weer een tien haalt.” zegt Meltem kattig, “Flauw hoor dat je mij niet even laat kijken.” Francien staat op. Ze wordt knalrood.
“Hou toch op met je grote bek altijd!” schreeuwt ze. Iedereen schrikt. Francien is altijd juist heel stil en rustig. Meltem, meteen ook kwaad, staat ook op.
“Wat nou, wat nou.” zegt ze dreigend. “Ga maar alvast janken omdat je geen tien hebt. Baby. Stuudje. Altijd beter dan anderen hè. Nou ik vind jou een achterbakse loser. Je hebt geen leven en je hebt geen vrienden. Alleen maar slijmen met leraren. Flikker toch op!” Francien staat recht tegenover Meltem. De tranen stromen over haar wangen. Ze draait zich om en loopt zomaar naar de uitgang en gaat de school uit zonder tas en zonder jas.

Even is het stil. Meltem ploft weer terug op haar stoel.
“Nou ja.” zegt Klaartje. Meltem haalt haar schouders op. “Zie je wel dat het een loser is.” zegt Meltem en lacht. “Kijk ze gaan.” Iedereen kijkt naar buiten waar Francien wegloopt. “Nou ja, zeg.” herhaalt Klaartje. Ze trekt Jos mee en rent Francien achterna met de tas en jas van Francien. Meltem haalt onverschillig haar schouders op
“Opgeruimd staat netjes.” zegt ze tegen Karlijn en pakt haar telefoon. Karlijn twijfelt. Dit is echt stom van Meltem. Ze is alleen maar kwaad omdat ze niet kon afkijken. Ze doet een stap in de richting van de uitgang.
“Wat doe je?” bromt Meltem.
“Niks.” zegt Karlijn,  gaat weer zitten en pakt ook haar telefoon.