9. Hond

“Juf Tikken heeft een verrassing.” roept Tommy, “Ze gaat trakteren, denk ik.”
“Hoezo? “ vraagt Gijs, “Waarom denk je dat?”
“Ze kwam de school binnen met een grote doos. Dus…” Tommy weet het zeker.
“Is ze jarig dan?” vraagt Peter-Jan. De meiden verderop roepen dat ze op Valentijnsdag jarig is.
“Dat heeft ze verteld toen we dat kennismakingsspel deden.” zegt Jos.
“Ja,” vult Klaartje aan, “dat was zo leuk. Romantisch als je op Valentijnsdag jarig bent”
“Ik weet het,” zegt Wout geheimzinnig, “Ze is…zwanger!” Iedereen joelt en lacht.
Meltem en Karlijn komen aanlopen. Ze willen weten wat er aan de hand is.
“Juf Tikken trakteert omdat ze zwanger is!” roept Tommy. Als de bel gaat haasten ze zich naar het lokaal van juf Tikken.

Juf Tikken staat achter in de klas en haalt allerlei spullen uit een kartonnen doos. Metalen bakken, een beetje viezige bal, een plastic varkentje dat vrolijk piept als het op de grond valt en een zak hondenvoer. Iedereen dromt om de juf heen. Wat ìs dit?
“Ohhh” roept Klaartje en laat zich op de grond zakken. Dan ziet de rest het ook. Onder het bureau van de juf zit een klein hondje eigenwijs uit zijn ogen te kijken. Iedereen gaat er naar toe en het hondje begint bang te piepen.

“Oke!” roept juf Tikken, “Allemaal gaan zitten en wees een beetje stil. Jullie maken Basje bang!” Iedereen gaat snel zitten.
“In je mand jij” zegt ze tegen het hondje dat meteen braaf in de mand stapt die achter het bureau staat. Hij scharrelt eventjes rond en gaat dan met een zucht liggen en legt zijn kopje op zijn voorpoten.
“Ahhh” zucht de klas.
“Dit is de verrassing.” Zegt juf Tikken.
“Bent u niet zwanger?” vraagt Meltem.
“Wat zeg je nou?” juf Tikken kijkt verward.
De klas lacht en Meltem zegt gauw “Laat maar.”

De juf vertelt dat ze vorig jaar een hondje heeft gekregen van haar moeder en dat ze dat wel mee naar school moest nemen omdat anders het beest de hele dag alleen thuis zou zitten. Dat ging heel goed maar niet iedereen op school was het er mee eens geweest vandaar dat de medezeggenschapsraad van de school er eerst goedkeuring aan moest geven en Basje een speciale gehoorzaamheidstraining zou krijgen.
“En nu is het allemaal goedgekeurd en mag Basje officieel blijven als schoolhond.” De klas juicht en slaan met hun handen op de tafels. Basje piept en meteen is iedereen stil. Zo leuk een hond in de klas. De juf zegt dat ze de hond tussen de middag uitlaat en dat ze dan iedere keer iemand van haar mentorklas uitnodigt om mee te lopen. De eerste die mee mag is Francien. Francien kleurt. Meltem sist vanachter haar hand zachtjes:
“Slijmballen eerst.”

Als Juf Tikken en Francien een rondje lopen in het kleine parkje achter de school vertelt juf Tikken dat ze Francien als eerste heeft uitgenodigd omdat ze zich zorgen maakt. Hele goede punten in het begin van het jaar maar de laatste weken de ene onvoldoende na de andere.
“Ik snap het niet.” zegt juf Tikken, “Wat maakt nou dat je ineens slechte cijfers haalt.”
Francien zucht. In haar jaszak frommelt ze met het lege plastic zakje van haar boterham.
“Ik weet niet.” zegt ze, “Ik kan me niet concentreren ofzo.” De juf vraagt of ze weet hoe het komt dat haar concentratie ineens weg is.
“Gewoon.” liegt Francien, “Ik weet niet.” Want ze weet heel goed waarom ze niet kan leren. Als ze op haar kamer zit kijkt ze vanaf haar bureau recht op de werkplaats van de buurman. Die engerd. Ze heeft haar bureau al omgedraaid maar het helpt niks. Beneden leren gaat ook niet daar staat de tv aan en wil haar moeder de hele tijd gezellig doen.
Basje poept en Francien pakt het poepzakje. Hu, wel een beetje viezig zo’n warm drolletje vastpakken.
“Echt niet?” vraagt juf Tikken zachtjes. Francien snikt schor en ineens komt het hele verhaal eruit. Hoe ongemakkelijk ze was toen de buurman veel te dicht bij kwam. Ze is ook heel erg opgelucht dat ze het heeft verteld.  Juf Tikken blijft stil. Ze lopen langzaam door. Basje doet tegen haast iedere boom een plasje. Dan vraagt de juf:
“Wat ga je nu doen.”
“Wat?” schrikt Francien. “Weet ik niet. Niks. Juf je mag niks doorvertellen!” Juf Tikken stelt haar gerust.
“Ik kan niet beloven dat ik niets doe, maar àls ik iets doe zal ik het steeds aan je laten weten. Maar voor nu. Wat is voor jou de eerste stap? Met wie met je praten.” Francien scheurt het plastic zakje in haar jaszak aan flarden. Ze kijkt naar de grond.
“Met mamma.” zegt ze en zucht beverig.

Als Francien later die middag thuiskomt wacht haar moeder al op haar. Ze heeft rood-behuilde ogen en merkt niet dat er met Francien ook iets aan de hand is.
“Buurvrouw Mies is overleden.” zegt ze, “Ze is vanmorgen vroeg heel rustig ingeslapen.” Ze pakt Francien even stevig vast. Dan pakt ze iets achter haar. Het is een heel mooi kistje, in het deksel staat een hartje gegraveerd. Francien kent dat kistje heel goed. Het is de kralen-kist van buurvrouw Mies. Als je het open doet zie een uitneembare vakverdeling met daarin heel veel kleine potje met heel veel kleine kraaltjes op kleur gesorteerd en daaronder zijn weer andere vakjes met een schaartje, een klein tangetje en sluitinkjes en allerlei soorten rijgdraad. Ze heeft afgelopen zomer samen met de buurvrouw urenlang armbandjes, enkelbandjes en koordjes voor zonnebrillen gemaakt. Ze zouden een webshop beginnen en daar dan dingen verkopen. Het is er niet meer van gekomen want na de vakantie ging de buurvrouw steeds verder achteruit. Francien pakt het doosje aan en huilt zacht.

“De buurman kwam het brengen, hij vond het jammer dat je er niet was. Hij vond dat jij dit moest krijgen. Hij heeft het zelf gemaakt.” vertelt de moeder van Francien. “Die arme, arme man.” Ze snuit haar neus. “Een heilige. Dat hij daaraan denkt, terwijl zijn vrouw nog daar…” ze schiet weer vol. “Hij zei dat hij het zo fijn vond dat je zo vaak kwam en dat ie je de laatste tijd echt gemist heeft. Dat kistje daar zit zijn hele hart in. Dat heeft hij met hart en ziel gemaakt zei hij nog.” Francien zet het kistje neer en doet een stap achteruit. “Jij ook thee?” haar moeder verdwijnt in de keuken. Francien kijkt naar het kistje. Dan pakt ze het op smijt het op de grond. De deksel schiet open en de kraaltjes rollen alle kanten op. Francien stampt op het kistje en nog eens en nog eens zodat het helemaal versplintert.  Dan gaat ze naar de keuken en pakt uit de bijkeuken veger in blik.
“Jammer.” zegt ze met een strak gezicht, “Het is gevallen, jammer.”