Complimenten master

Wie is de held?

Yes super held

Iedereen een held?

Nee, niet iedereen is een held. Wel kan iedereen heldhaftig zijn. Niemand is een superman of supervrouw. Maar iedereen kan wel iets doen dat voor anderen ‘super’ is. Dat is waar deze werkvorm om draait. Een groep wordt een supergroep wanneer iedereen zich prettig voelt, waarin iedereen durft te zeggen wat ie wil zeggen. Waarin groepsleden naar elkaar luisteren. Waarin iedereen zich op zijn gemak kan voelen, lekker kan (samen)werken en er een goede sfeer hangt. Een groep waarin iedereen zich verantwoordelijk voelt voor de groep. In een supergroep helpen leerlingen elkaar, kunnen ze voor zichzelf en voor anderen opkomen en geven ze elkaar complimenten. In zo’n groep accepteren leerlingen elkaar en hebben er begrip voor dat iedereen anders is.

Doel

  • Bevorderen positief groepsgevoel
  • Bewust worden van de invloed die je kunt uitoefenen
  • Focus van leerkracht en leerlingen leggen op dat wat goed gaat
  • De groepsdynamiek positief beïnvloeden
  • Versterken van onderlinge betrokkenheid
  • Aandacht richten op positieve eigenschappen van klasgenoten
  • Inzicht krijgen in het beeld dat leerlingen hebben over klasgenoten

Voor wie

  • Bovenbouw basisschool (PO)
  • Onderbouw voortgezet onderwijs (VO)

Werkwijze

Vouw voor iedere leerling een briefje twee keer dubbel. Op één briefje staat ‘held’. Geef alle leerlingen een opgevouwen briefje. Een willekeurige leerling krijgt het briefje waarop ‘held’ staat. Benadruk dat niemand mag weten wie het is want aan het eind van de dag is pas de onthulling. Indien de werkvorm uitgevoerd wordt in het voortgezet onderwijs: de volgende les.

Hij of zij is de held van de dag en daarmee degene die de hele dag aardige dingen doet. Dat kan bijvoorbeeld het geven van eerlijke, goede complimenten zijn, het helpen van iemand, het ongevraagd iets opruimen, enz. De held van de dag doet zijn werk zo onopvallend mogelijk. De klas moet aan het eind van de dag raden wie de held is. Om dat zo moeilijk mogelijk te maken gaan andere leerlingen ook ‘heldendaden’ verrichten en complimenten uitdelen. Om leerlingen te helpen kun je kaarten met complimenten in de klas leggen. Die kun je zelf maken of gebruik de kant en klare kaarten uit ‘Complimentenmemory’.

Zet aan het eind van de dag (of de volgende mentorles) op het bord de namen van de leerlingen die genoemd worden als mogelijke helden. Aan degene die een leerling noemt wordt gevraagd waarom en wanneer deze leerling ook een held was. Ook deze leerlingen krijgen dan een positieve boost. Ten slotte mag de echte ‘held’ opstaan.

Vragen vooraf aan de groep:
  • Wat maakt een held in de eerste plaats een held?
  • Hoe gaat een held onder andere gewoonlijk te werk?
  • Wat kan de held bijvoorbeeld op school en in de klas doen?
Vragen achteraf aan de groep:
  • Wat gebeurde er in de groep doordat er een held van de dag was?
  • Waardoor hebben “heldendaden” bijvoorbeeld effect?
  • Hoe kon je weten of de held de echte held was?
  • Wat is de leukste of mooiste heldendaad die je zag?
Vragen achteraf aan de ‘held’:
  • Waardoor was het moeilijk om een held te zijn?
  • Wanneer was het juist gemakkelijk?
  • Wat of wie maakte het moeilijk ofwel makkelijk?
  • Wie of wat was daarnaast helpend?
  • Wat zou je een volgende keer anders doen?
Variaties:

Dit kan een herhaald worden met (terwijl leerlingen dat niet weten) kleine variaties.

  • Geef  meerdere leerlingen een briefje met ‘held’ te geven
  • Geef niemand een briefje met ‘held’
  • Geef iedereen een briefje met ‘held’

Literatuur
Dirk van der Wulp: Tijdschrift voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 2008 KLIK HIER
Fredrike Bannink: Optimaal Onderwijs 2021

Extra werkvorm om het groepsgevoel te versterken:

Het blijft belangrijk om te investeren in groepsbindende activiteiten: kennismakingsspellen, werkvormen die een positieve sfeer in de groep bestendigen. Een mooie manier daarvoor is werken met ‘complimentenmemory’. De kaarten met positieve eigenschappen en vaardigheden kunnen gekoppeld worden aan de verschillende groepsrollen.
Leerlingen kunnen dan eerst een aantal kaartjes uit het spel kiezen waarvan ze denken dat het bij hen past en daarna kijken in hoeverre dat strookt met de groepsrol die ze zichzelf hebben toebedeeld. Ook hierover kun je als mentor later in gesprek.

Gedoe in groepen vóór zijn ?

Om gedoe in groepen vóór te zijn. Om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat heeft Kieresoe twee spellen ontwikkeld: