Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar maken in de klas is niet altijd gemakkelijk. Niet elke leerkracht voelt zich capabel om dit met leerlingen te bespreken en voelt zich ongemakkelijk bij dit toch precaire onderwerp. Bovendien weet je niet altijd of dergelijke problematiek speelt bij leerlingen in je klas.
Toch is het belangrijk om met leerlingen te bespreken wat wel of niet grensoverschrijdend is. En wat ze dan kunnen doen. Hier is geen duidelijk eenduidig recept voor te geven: iedere situatie is weer anders.
Hierbij werkvormen met stellingen om het praten over grensoverschrijdend gedrag gemakkelijker te maken.
In de eerste werkvorm gaan leerlingen eerst in groepjes aan de slag met stellingen op papier gevolgd door een plenaire bespreking van de opbrengsten.
De tweede werkvorm is een klassikaal gesprek met behulp van een PowerPointpresentatie

Doel:

  • Bespreekbaar maken van seksueel grensoverschrijdend gedrag
  • Respecteren van eigen en andermans grenzen
  • Respectvol om leren gaan met elkaar
  • Bewust worden van eigen en andermans (voor)oordelen
  • Bewust worden van diversiteit in de groep
  • Positieve groepsvorming

Voor wie

  • VO
  • MBO

Werkwijze 1:

  • Print voor elk groepje stellingen uit. KLIK HIER
  • ieder groepje krijgt de blaadjes met stellingen en een rood, een groen en een wit vel papier (A3).
  • Verdeel de klas in kleine groepjes van drie of vier leerlingen
  • Leerlingen knippen de kaartjes uit.
  • Dan lezen ze de stellingen door en beslissen welke afgewezen worden en op een rood vel terecht komen.
  • De stellingen waar men het mee eens kan zijn komen op een groen vel en die waarover men twijfelt op een wit papier.
  • Leerlingen bespreken nogmaals de gemaakte keuzes en plakken de kaartjes op het rode, groene of witte vel.

Nabespreking
– Bespreek met de groep de opbrengsten. 
– Leg/hang daarvoor alle vellen met stellingen van de verschillende groepjes bij elkaar.
– Hierdoor ontstaat een beeld van wat de groep vindt.
– Selecteer de vijf stellingen waar de meeste leerlingen blijkbaar achter staan.
– Kies vervolgens de vijf stellingen waarvoor het minst draagvlak is.

Mogelijke vragen:
– Zijn er grote verschillen tussen de groepen?
– Waar zijn de groepsleden het over eens?
– Wat valt op?
– Welke stellingen liggen op het witte vel? Wordt daar verschillend over gedacht?
– Wie is er, na anderen gehoord te hebben, van gedachten veranderd?
– Zijn er afspraken te maken met de opbrengsten van deze les?

Werkwijze 2:

  • Download de PowerPointpresentatie met de stellingen KLIK HIER
  • Geef alle leerlingen een rood en een groen kaartje.
  • De begeleider leest de stellingen een voor een voor en de leerlingen geven aan of ze het ermee eens zijn (door het opsteken van een groen kaartje) of dat ze het er niet mee eens zijn (rood kaartje).
  • Na iedere stelling kunnen een aantal argumenten voor of tegen de stelling worden uitgewisseld.
  • De begeleider leidt de discussie.

Meer informatie en tips:

Meer werkvormen om de onderlinge verbondenheid in een groep te versterken: